Het (brede) SGF bestuur gaat inmiddels bijna volgens vaste traditie jaarlijks een weekje met de motoren op pad naar verre oorden. Een van de eerste keren dat ik meeging gingen we naar Giep in Garmisch-Partenkirchen. (klik hier voor video van die reis)

Dit is alweer eenaantal jaar geleden en inmiddels hebben we er al vele mijlen opzitten in verschillende uithoeken van Duitsland en Frankrijk. Zo zijn wel eens in ouradour geweest, hebben een paar jaar later gepoogd de beaches in Normandie te bezoeken, maar zijn toen door een verscheidenheid aan loszittende elementen op de nieuwste aanschaf van een zekere Wouter W. niet veel verder gekomen dan Honfleur. Zo komt de laatste jaren het “einddoel” steeds wat dichter bij huis te liggen.

Dit zit mij wel dwars. Zeker als ik dan bezig ben om Aad zijn reisverhaal naar India en Nepal uit te werken, dan is het rondje zuid belgie dat we ternauwenood halen elk jaar toch wel schraal. Dit jaar dus een iets ambitieuzer doel gesteld: Laten we een rondje Bodensee doen, zo rond de zwitserse grens. Hopende dat de “technische pauzes” dit jaar achterwege zouden blijven. Op Zaterdag 6 Juli zouden we bij Evert vandaan vertrekken, uurtje of 9 op de motor was het plan, ruim voor de voorspelde regenbuien uit.

Dit jaar waren we maar met zijn 4en. Edgar en Wouter die vorige jaren altijd van de partij waren hadden dit jaar andere plannen. Dus uiteindelijk Evert op zijn welbekende 1200UL, Piet op zijn WLA, Jan met zijn verburgerde WLC, en ik op mijn WLA zouden de tour gaan doen.

Ik dus braaf om half 9 helemaal gepakt en gezakt de motor buiten gezet, kan ik mijn verdomde motorschoenen nergens vinden. Half uur lopen zoeken, vrouw eropuit gestuurd om mee te zoeken, niks te vinden. Jammer dan, gewone schoenen aan (sokken met sandalen ging me nog wat te ver) en gaan! …. Niet dus. Ben de straat nog niet uit, staat mijn ketting ineens slap. Beetje vreemd was ook dat mijn sirene ineensbegon te loeien. Dus maar zachtjes naar huis gestrompeld, want die sirene werd steeds luider. Balen als een stekker natuurlijk want ik was toch al te laat bij Evert, moet ik nog gaan sleutelen ook. Thuis aangekomen, blijkt het stelboutje afgebroken, dus wiel scheef getrokken en ketting slap.. Vreemd, maar geen heel ernstig probleem, maar reparatie kost toch weer zo een half uurtje. Wel weer een onderdeel op de lijst die voortaan meegaat in mijn reserveonderdelen. Nieuwe stelbout erin, ketting gespannen, bepakking er weer op en klaar om te gaan. Inmiddels waren de jongens al naar mij toegekomen, want er is geen vermaak als leedvermaak.

Na vertrek zijn we binnendoor via Riel en Goirle bij Tilburg de snelweg op gegaan. Deze keuze hebben we gemaakt omdat we dit jaar echt (kilo)meters wilden maken. Belgie binnendoor via al die dorpskernen schiet ook niet op. Daarom was het plan om door Nederland via Eindhoven richting Maastricht en dan bij Vaals de grens over te gaan. We reden lekker op de snelweg, af en toe zelfs een vrachtwagen inhalend, aardig door. Tilburg voorbij, ergens rond Oirschot viel me wel op dat Piet die achteraan reed een beetje afstand begon te houden. Ik vond dat gek want Piet rijd meestal redelijk in “gesloten formatie”. Paar minuten later zagen we hem ineens de noodstrook om gaan. Nadat we weer bij elkaar stonden bleek het motorblok helemaal vast te staan. Verklaart ook warom Piet afstand hield, de motor had steeds minder vermogen en hij kon het niet bijhouden. Klassieke vastloper dus. Daar sta je dan. Wat nu? Edgar gebeld en die wilde Piet wel ophalen. Edgar heeft Piet en de motor netjes thuisgebracht, waarvoor dank! En Piet heeft zijn knuckle opgetast met alle rommel, navigatie op “Oost Belgie” gezet en is onze kant op geblazen.

Wij zijn met 3 man doorgereden. Met Piet afgesproken dat hij zou “nareizen” op zijn Knucklehead in het achterhoofd hadden we al bedacht dat we niet te ver Duitsland in zouden rijden, zodat het voor Piet nog te behappen zou zijn. Hij zou gewoon kortste route pakken over de snelweg door Belgie richting de Ardennen, grotendeels snelweg. Onze route ging in Nederland geheel over de snelweg totdat deze ergens in Zuid-Limburg ineens ophield, en we verder “moesten” over glooiende landweggetjes die ons door Belgie en Duitsland lieten rollen. De tijd vliegt als je zo mooit aan het rijden bent en ergens rond een uurtje of 5 waren we al in de buurt van Prüm in Duitsland, daar campinkje opgesnord en een plekje bemachtigd. Piet de locatie doorgestuurd en wachten maar. Volgens de planning zou hij er rond een uur of 6 wel moeten zijn, uiterlijk 7 uur dachten we. Daarover later meer.

Staatie dan, arm ding..

Op de camping aangekomen, op zoek naar onze standplek, voelde ik dat mijn motor steeds zwaarder begon te lopen. Ik maakte me geen zorgen over een vastloper in het blok, maar wel in de versnellingsbak. Het was me namelijk al opgevallen dat de rechterkant van mijn achterwiel nogal nat van de olie was. Rijdend door het gras zet mijn motor zich ineens haaks om – achterwiel blokkeert. What the fuck??? Bij inspectie is mijn rem vol uitgeslagen de verkeerde kant op, mijn ankerplaat verdraaid en de tellerkabel maakt een wat onnatuurlijke knik. Eerste vermoeden is dat de ankerplaat van het slotboutje is afgeschoten, iets wat nooit gebeurt, maar wat Jan toevallig een jaar of 2 geleden ook had op zijn motor, dus makkelijk te verhelpen. Nadere inspectie laat toch een groter probleem zien. De achterremtrommel is volledig losgebroken van de wielnaaf. Balen als een stekker natuurlijk want een remtrommel heb je onderweg niet bij je. Ondertussen pizza besteld en laten komen want even een restaurantje opzoeken zat er niet in natuurlijk. Achterwiel moest eruit, remtrommel moest los enzo om de boel te inspecteren en te kijken of en hoe we dit op konden lossen.

Ondertussen was Piet nog steeds niet gearriveerd en we begonnen ons daar toch wel wat zorgen om te maken. FF bellen werkt niet alstie op de motor zit, dus je kan niet veel anders doen dan afwachten. Ergens tegen een uur of 9 kondigde een op onweer gelijkend gebulder tussen de heuvels door de komst van Piet aan. Na wat heen en weer over waarom hij toch zolang onderweg was zegt Piet: godverdomme die kutnavigatie kan Prüm niet eens vinden dus ben via bastogne gereden, wat een kloteding helemaal klaar mee. Na een inspectie van Piet zijn navigatiesysteem blijkt dattie alleen een kaart van de Benelux heeft geinstalleerd… Dan red je het in Duitsland niet. Piet een stuk van de inmiddels lauwe pizza gegeven, tentjes opgezet en slapen.

Volgende dag het probleem van de achterrem oplossen. Ik had al bedacht dat ik wel een klantje in de buurt had ( uurtje rijden ofzo), en die had wel een remtrommel op voorraad. Hoe mooi zou het zijn als iemand ff heen en weer zou rijden in de ochtend, dan kon ik voor de lunch mijn motor weer in orde hebben. Zo werkt het echter niet als je met 4 fellows op pad bent. Er moet altijd eerst een bakkie worden gedaan, een uurtje overlegd, ontbijt worden gehaald, de nodige grappen en grollen worden uitgehaald, en pas dan kan er worden gereden. Ergens tegen een uur of 11 stapten ze met zijn 3en op de motor, ik bleef achter de tenten bewaken. Met zijn 3en hebben ze, naar wat ik heb vernomen, een prachtige rit gemaakt naar mijn klantje, de trommel opgehaald, en tegen een uur of 4 waren ze weer terug op de camping bij mij. Kon ik fijn gaan sleutelen, zorgen dat ik voor het avondeten klaar ben zodat ik meteen mn testrondje kon doen naar het italiaanse restaurant waar we haden besloten te gaan eten. Dat is eigenlijk allemaal best prima gegaan. Wel een hele dag aan verloren, dus de bodensee leek ineens wel ver weg.

Vage laadproblemen, vermoedden de regelaar of dynamo maar rommelen aan de bedrading bood ( een soort van) soelaas..

Op de inmiddels 3e dag van ons avontuur nog wat verder naar het zuiden afgezakt. Prachtig gereden over glooiende weggetjes afgewisseld met haarspeldbochten en stijl klimmen. Onderweg gestopt met wat vage problemen, dynamolampje van Evert ging branden, en zijn 12V omvormer deed het ineens ook niet meer. Uurtje staan kloten langs de kant van de weg, maar echt en oplossing was er niet. Toevallig had Jan ook problemen met zijn navigatie ( wilde ook niet bijladen), dus dat werd nog spannend als we straks met 3/3 onbruikbare navigatiesystemen zouden komen te zitten. Uiteindelijk bleef na wat rommelen het dynamolampje van Evert uit, maar hoe dat nou kwam wisten we ook niet zeker. Zo maar doorgereden want de tijd begon wel te dringen. Evert hield zijn navigatie in leven met powerbanks. Zo zijn we zijn uiteindelijk in Wolfstein terecht gekomen, en hebben daar een kampeerterreintje aan de Lauter gevonden. Vaste riedeltje, tentje opzetten, eten, lachen, slapen, afbreken, optassen en de volgende ochtend weer doorgassen.

Volgende ochtend ( dag 4) na wat heen en weer met Jan besloten zijn condensator preventief te vervangen. Zijn motor “hoestte” bij stevige acceleratie al sinds we uit Nederland zijn vertrokken, en dit is een kleine ingreep dus dat was gepiept voor het ontbijt. Wonder boven wonder deed de navigatie het hierna naar behoren. De les is dus: Als je problemen hebt met je 12V omvormer, controleer je condensator! Deze les is dubbel bewezen, zoals je straks zult lezen.

Verder gereden richten Wissembourg, beetje de Frans-Duitse grens een paar keer over meanderen. Baden-Baden was in onze oorspronkelijke planning een beetje ons “tussenpunt”, maar was nu eigenlijk het punt geworden waarop we de draai naar het westen en daarna terug naar het noorden al maakten. . De beslissing om hier toch heen soort van rechtsomkeert te maken richting Saarbrücken kwam grotendeels door voorspeld noodweer in de regio. Zeiknat worden is toch het laatste wat je wilt, zeker als de opvolgende dagen ook geen zongarantie hebben. Dus doorgereden naar Saarbrucken waar we een camping hadden die ongeveer op de grens met Frankrijk lag. De Campingeigenaar had zelf aardappelsalade gemaakt en beval die sterk aan met de wiener, dus wij unaniem dat gerecht genomen. Natuurlijk was deze salade niet te nassen, maar die mensen zo blij dat je het maar met gezicht in de plooi naar binnen zit te werken.

Inkopen
Meenemen
En opeten!

Voor lunch wordt elke dag ruim de tijd genomen. In de lokale supermarkten worden de beste 4 halen 1 betalen deals opgesnord, en vervolgens even verderop soldaat gemaakt!

De oorzaak van de vage problemen diende zich aan

Volgende dag (dag 5) vertrokken met doel om ergens in Luxemburg uit te komen. We hebben de hele dag over de mooiste weggetjes, langs riviertjes, bergklippen, heuvels, bossen, boerderijen en van kasteeltjes gereden. Ergens in Luxemburg, rond een uurtje of 5 in de middag, op een half uurtje van het beoogde eindpunt, kreeg de UL van Evert weer wat kuren. Beetje kloten aan de onsteking en toen leek hij het weer te doen, maar nog geen 100 meter verder stopt Evert weer in de kant van de weg, en zet zijn rechterbeen op de vangrail, begint hele heftige bewegingen te maken. Ik dacht dat zijn broek in de fik stond ofzo, maar hij bleek in een mierennest te zijn getrapt.

Zo lang gestaan dat we maar Pizza hebben laten bezorgen door onze voorzitter en secretaris!

Nou nog 50 meter verder gestrompeld met die motor en toen toch tot de conclusie gekomen dat er niet mee te rijden viel. Soms deedtie het wel en soms niet. Na een hoop meten met de multimeter bleek dat de electronische ontstekingsunit het goed deed als deze niet was wasgeschroeft, maar om 1 of andere reden geen vonk kon geven als deze werd vastgeschroeft. Evert wist dankzij zijn jarenlange ervaring in de microelectronica te vertellen dat hij dit soort gedrag weleens heeft gezien bij videospelers als er een contactje/soldering was losgetrild. Dus niet geheel ondenkbaar dat dit hier ook het geval is geweest. Normaliter is puntjes terugbouwen prima te doen als de electronische ontsteking stuk gaat, maar Evert had het pinnetje waar de contactpuntjes op zouden draaien niet meer op zijn huis zitten. “ooit eens afgebroken” was zijn antwoord. Gelukkig had hij wel een reserve onsteking bij zich, maar van een ander type. We hebben de onstekingssensor dus een beetje moeten macgyveren om het werkend te krijgen met elkaar. Zo ongeveer rond de tijd dat NL moest voetballen tegen de Britten kwam er toch gang in. Jan en Piet waren alvast vooruit gereden om een camping te zoeken, en waren, net toen wij de motor in gang hadden, terug komen rijden met verse Pizzas. Die langs de weg lekker opgevreten, en snel naar de caming gereden, tentje opgezet en nog mogen zien hoe t Nederlands elftal afging.

Evert zijn motor stond nog wat aan de late kant door de haastige reparatie van de vorige avond, maar dat was voldoende om mee op de camping te komen. Volgende ochtend (dag 6) de onsteking nog eens losgehaald, de ontstekingsas nog 1 tand verzet en toen konden we hem goed op tijd afstellen. Lekker gereden meanderend langs de Belgisch-Duitse grens om zo bij Vaals weer het thuisland binnen te rijden. Van daaruit over de snelweg naar huis. Onderweg in Limburg op een tankstation ineens aangesproken door een vrouwtje die daar werkte, of dat wel goed ging met die motoren zo op de snelweg. Dat vroeg ze omdat ze haar Indian uit 1941 dus in de poeier had gereden op de snelweg. Nou daar even over gepraat, en daarna geprobeerd haar zover te krijgen dat ze lid wordt van de SGF. Dus we zullen zien of we een Limburg chapter op kunnen zetten komend jaar.

Al met al hebben wij weer een heerlijke rondrit van ruim 1500 kilometer achter de kiezen. We hebben de nodige technische uitdagingen onderweg gehad, maar altijd met goed humeur weer op kunnen lossen. Dankzij Evert zijn routezoeken en de CampingApp van Jan hebben we de mooiste weggetjes gehad en op prima campings mogen overnachten dus volgend jaar gaan wij gewoon weer.

Geef een reactie